Dos unions, please.
‘Dos uniuns y dos tomatos’. De oudere dame voor mij bleef maar herhalen wat ze wilde en de arme winkelier keek steeds wanhopiger omdat hij geen idee had wat ze wilde.
Als om haar woorden kracht bij bij te zetten en alsof het daardoor duidelijker werd, ging ze steeds harder praten. Dame en winkelier begrepen er helemaal niets van.
De rij wachtenden in het piepkleine winkeltje in een even zo klein dorpje op het Italiaanse platteland, groeide.
De winkelier ging, zoals het een goede Italiaan betracht, steeds sneller praten en gebruikte zijn handen om zijn woorden te ondersteunen.
De oude dame was beduusd en een traan schitterde in haar ogen. Ik kon het niet langer aanzien. Wat tot nu toe vermakelijk was, werd steeds triester en gelet op de leeftijd en fragiliteit van de dame, was ik er niet zeker van, of ze het winkeltje levend zou verlaten als de situatie te lang zou duren.
“English’? Vroeg ik haar. Ze schudde nee. ‘Deutsch?’ probeerde ik. ‘Hollands’ antwoordde ze met een geknepen stem.
“Oh, u bent Nederlandse’ zei ik. ‘Kan ik u helpen?’. Het werd mij duidelijk dat ze uien (uniuns in haar beste Engels) en tomaten wilde. En van allebei twee graag, want ze reisde alleen met haar man en ze waren geen van beiden grote eters. Ze wilde namelijk zo graag een echte, Italiaanse pastasaus maken…
Het doorgaans niet zo geduldige Italiaanse winkelpubliek, keek zwijgend toe. Alsof ze wisten, dat als ze nog een paar minuten langer geduld hadden, de situatie het snelste opgelost zou zijn en zij zich met een boodschappental vol kruidenierswaren, naar huis konden spoeden voor het bereiden van een ongetwijfeld fantastische en overdadige lunch.
Ik vertaalde voor de winkelier wat de dame nodig had. ‘Ah, cipolle e pomodori’, herhaalde de winkelier, ditmaal met een grote lach. Hij vroeg wat de dame ermee ging maken en ik lichtte toe dat het een pastasaus betrof.
Hij legde de tomaten die hij al gepakt had, terug en pakte twee andere tomaten. ‘Deze zijn beter om saus te maken, de andere zijn voor salade’, verklaarde hij. Dit kan alleen in Italië. Hij vroeg me, of de dame wist wat er verder allemaal door de saus behoorde, welke kruiden ze nodig had en nog tal van andere vragen, die alleen een Italiaan stelt, wanneer het over eten gaat.
Ik wimpelde het af en zei, dat ze dat allemaal had. Zichtbaar opgelucht, rekende de dame haar bescheiden boodschapjes af en bedankte me uitbundig voor de geboden hulp. De rest van de klanten slaakte een zucht van opluchting, want zij hadden hun lunch al in het water zien vallen…
De bovenstaande anekdote schetst wat er meestal gebeurt, wanneer twee mensen die elkaars taal niet spreken, met elkaar in gesprek gaan. Hoe goedbedoeld ook, komt de boodschap niet over. Irritaties en misverstanden groeien en aan beide kanten ontstaat frustratie dat niet bereikt wordt wat men wilde.
Ook in het Nederlands gebeurt dit maar al te vaak. Ondanks dat we denken dezelfde taal te spreken en elkaar te verstaan, blijkt dat er drie verschillen in focus bestaan, die ervoor zorgen dat we dezelfde taal en dezelfde woorden, toch op drie geheel verschillende wijzen interpreteren.
Deze verschillen in focus zijn: Positie, Prestatie en Relatie. De gehanteerde interpretaties per focus zijn compleet verschillend en staan in sommige gevallen loodrecht op elkaar.
Waar voor Relatie ‘nee’’ het einde betekent, is dat voor Positie de start van de onderhandeling.
Voor deze drie verschillen in focus, heeft mijn partner Karlijn, het ‘vertaalwoordenboek’ geschreven. Een uiterst praktische en herkenbare handleiding om efficiënt om te gaan met de ander, wanneer deze een andere focus hanteert dan jij.
Zo krijg je gemakkelijker voor elkaar wat jij wilt, begrijpt de ander wat jij bedoelt en houd je het gesprek prettig.
Omdat onze focus afhankelijk kan zijn van de context waarin we ons bevinden, kun je flexibel schakelen wanneer jij de interpretatieverschillen per focus kent. Je bent dus geen Positie, Prestatie of Relatie, maar je interpreteert als Positie, Prestatie en Relatie en dat contextafhankelijk.
Beschouw het maar als de ingrediënten om een fantastische pastasaus te maken, maar dan in communicatie.